De boomkikker komt voor in een groot deel van Europa en is de enige soort uit de familie boomkikkers die voorkomt in België en Nederland. De kikker leeft op open zonbeschenen plekken in relatief dicht begroeide en vrij vochtige biotopen in de buurt van water. Het is een boombewonende soort die zich ophoudt tussen het gebladerte. Het voedsel bestaat uit verschillende ongewervelden zoals insecten en de kikker heeft diverse vijanden zoals vogels en zoogdieren. De boomkikker wordt in een deel van zijn verspreidingsgebied bedreigd door uiteenlopende menselijke activiteiten.
De lichaamslengte is ongeveer 4 tot 5 centimeter, de boomkikker is van alle West-Europese kikkers te onderscheiden door de egale lichtgroene kleur op de rug en de relatief gladde huid zonder wratten zoals padden of langwerpige klierlijsten op de rug zoals veel echte kikkers. De boomkikker is tevens de enige soort in de Benelux waarvan de vingers en tenen hechtschijven dragen.
In Nederland is deze soort zeldzaam. Versnipperde populaties komen voor in het zuiden en oosten in de provincies Limburg, Noord-Brabant, Zeeuws-Vlaanderen; de Achterhoek in Gelderland heeft de grootste populatie van het land, doorlopend in de populatie in Oost-Twente in Overijssel. In Drenthe waren enkele kleinere populaties in 2007 nog aanwezig. Deze zijn echter tot op een na vrijwel uitgestorven. De Reestdalpopulatie overleeft door strenge bescherming, intensief beheer en herintroductie. In sommige natuurgebieden zijn de kikkers uitgezet, zoals rond Valkenswaard, de Amsterdam-Waterleiding Duinen, Zuid-Hollands Duingebied en Utrecht. Soms worden boomkikkers vanuit Zuid-Europa (die niet genetisch hetzelfde zijn als de Nederlandse) meegenomen naar Nederland en kunnen een kleine populatie vormen. Dit is het geval met de populaties rond Eindhoven en de uit Kroatië afkomstige populaties in Schouwen. (Bron wikipedia)